De coronacrisis zet het vertrouwen van consumenten in de economische omstandigheden verder onder druk, het vertrouwenscijfer is gedaald van -22 naar -27.
Vooral het oordeel over het economische klimaat verslechtert, heel sterk zelfs. Met de koopbereidheid van de Nederlandse consument is niet best gesteld, maar deze verslechterde niet.
Bij de reguliere meting, twee weken geleden, was het consumentenvertrouwen al in recordtempo gedaald. Bij reguliere metingen vindt de waarneming grotendeels plaats in de eerste helft van een maand.
Vanwege de huidige uitzonderlijke omstandigheden en de sterke daling van het consumentenvertrouwen in april, heeft het CBS een extra meting in de tweede helft van de maand uitgevoerd. Deze laat zien dat de daling van het consumentenvertrouwen in de loop va april verder is doorgezet.
Consument somberder
Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS zegt het niet verrassend te vinden dat de consument tijdens deze coronacrisis somberder wordt.
De deelindicator voor het economische klimaat is in de tweede helft van april gedaald van -31 naar -44. Dit betekent dat de negatieve antwoorden op de vraag over het economisch klimaat de positieve met 44 procentpunt overtreffen. Een waarde van nul is daarbij dus neutraal.
Zowel het oordeel over de economische situatie in de afgelopen twaalf maanden als het oordeel over economische situatie in de komende twaalf maanden verslechtert verder. De score van -76 voor de komende twaalf maanden is volgens Van Mulligen 'krankzinnig laag' en ook de slechtste ooit. Twee weken terug werd er bij het 'aprilcijfer' nog -69 gemeten.
Koopbereidheid minder beroerd
Met de koopbereidheid staat het er minder slecht voor, die stijgt zelfs licht van -17 naar -15, maar blijft duidelijk negatief. Consumenten zijn over de financiële situatie in de afgelopen twaalf maanden positiever met een score van 7. Hun oordeel over de financiële situatie in de komende twaalf maanden staat op -16, onveranderd ten opzichte van de twee weken geleden gepubliceerde meting. Volgens Van Mulligen heeft vooral de beoordeling van de eigen financiële situatie voorspellende waarde voor het verloop van de consumptieve bestedingen.
Van Mulligen zegt dat er nog geen besluit is gevallen over de vraag of het CBS doorgaat met deze tussentijdse metingen: 'We moesten even bezien of dit goed ging, maar de respons was goed. Maar er speelt ook een kostenplaatje, dit vergt veel extra werk. Ideeën zijn er altijd genoeg, de uitvoering is vaak een tweede.'
(Bron FD.nl)