De olieprijzen staan nog steeds op een historisch dieptepunt en een groot gedeelte van de wereldbevolking werkt nog altijd thuis. Maar er komen steeds meer signalen dat het ergste achter de rug is op de oliemarkt en dat de vraag langzaam terugkeert.
Maandag meldde persbureau Bloomberg dat de olievoorraden in China in april zijn gedaald. In tegenstelling tot de Verenigde Staten geeft China zelden informatie over de eigen olievoorraden. De cijfers zijn gebaseerd op schattingen van dataverzamelaars, die met behulp van complexe berekeningen en gegevens van satellieten proberen om een goed beeld te krijgen van de Chinese olie-industrie.
Chinese olievoorraad
Het is bijvoorbeeld mogelijk om bij sommige olieopslagtanks vanuit de lucht te zien hoe vol ze zitten, omdat het dak meebeweegt met de hoeveelheid olie die in de tank is opgeslagen. Volgens consultant SIA Energy slonk de voorraad in China in april met 9,5 miljoen vaten. De Chinezen zullen overigens voorlopig niet zonder ruwe olie komen te zitten, want in het eerste kwartaal van 2020 kwamen er nog 161 miljoen vaten bij.
Maar de afname van de olieplas in de grootste olie-importeur ter wereld wordt door analisten toch als een teken aan de wand gezien. 'China kreeg als eerste te maken met het coronavirus en kwam ook als eerste weer uit de lockdowns. In die zin kan China een voorbode zijn van wat ons te wachten staat,' zegt analist Warren Patterson van ING vanuit Singapore.
Forenzen vermijden het openbaar vervoer
En dat is welkom nieuws voor de olie-industrie, die dreigde te verzuipen in een vloedgolf aan ruwe olie. De vraag viel zo plotseling weg, dat het aanbod veel te groot bleef. Daardoor liepen de opslagtanks wereldwijd heel snel vol. Dat de tanks in grootverbruiker China nu weer langzaam leeglopen, biedt hoop voor de nabije toekomst.